Kennis

poort adres

Er zijn twee soorten poortadressen in een glasvezelnetwerk: vaste adressen en dynamische adressen.

① Fixed address: Each Fibre Channel identifiable device has a fixed Fibre Channel address, which is similar to the MAC address held by each Ethernet card. This fixed address is globally unique, and other devices can access it through this address.

② Dynamic address: In order to support high-level addressing, Fibre Channel defines a 24-bit dynamic identification address in the Fabric domain. Each N_Port has a unique 24-bit N_Port identifier within the Fabric domain. N_Ports can obtain their preset N_Port identifiers through protocols, or can be dynamically allocated by Fabric when devices log in.

(3) Gearbitreerd fysiek beladres

Het Arbitrated Ring Physical Address (ALPA) is een enkele byte die elke poort op de ring op unieke wijze identificeert. Elke poort in een ringnetwerk slaat de adressen op van alle andere poorten in de ring, en biedt zo een mechanisme voor communicatie in de ring. Het poortadres kan worden gebruikt om te bepalen of een poort op een ring openbaar of privé is.

(4) Eenvoudige naamserver

Simple Name Service biedt een dunne directoryservice. Nodes, geschakelde fabrics en applicaties verkrijgen poorttoegangsinformatie door gebruik te maken van eenvoudige naamservices.

3. serviceniveau

Het serviceniveau definieert welk mechanisme wordt gebruikt bij datatransmissie en verschillende serviceniveaus worden gebruikt voor verschillende gegevens. Er zijn vijf categorieën van serviceniveaus:

Niveau 1: Verbinding-gerichte service met bevestiging;

Niveau 2: Verbindingsloze service met bevestiging;

Niveau 3: Onbevestigde verbindingsloze service;

Niveau 4: verbindings-gerichte service voor gedeeltelijke bandbreedte;

Niveau F: Inter-switch communicatie-indeling.


Misschien vind je dit ook leuk

Aanvraag sturen